Spiritualiteit

Onze zusters hebben hun leven lang hard gewerkt en veel gebeden. Beide activiteiten vertellen van een levenshouding gericht op de a/Ander. In het spoor van Jezus Christus en van onze stichteres Moeder Clara hebben wij ons geoefend te leven uit naastenliefde. ‘Helpt elkander in de liefde’ is immers een belangrijk motto binnen onze congregatie. Natuurlijk maakt ons dat nog niet tot heiligen. We blijven gewone mensen die met vallen en opstaan een zorgzaam leven nastreven. Het terugkerende gebed – samen en/of alleen, maar altijd vanuit de eigen binnenkamer – steunt ons om elke dag weer het goede na te streven. Stilte en gebed helpen om in verwondering en vanuit bewogenheid steeds weer te ervaren hoe alle leven door God bezield is.

Alle zusters van onze congregatie hebben bij hun inkleding dit congregatiekruis ontvangen. Het toont de bezieling van ons leven: twee handen die open staan. Om te geven en om uit te reiken. De ene hand is van Christus, de andere van Franciscus. Het kunnen onze handen worden, wanneer wij ons in hun spoor ontfermen over mens en natuur. Door die gekruiste handen loopt het Tau-teken. Franciscus koos voor een kruisteken zonder bovenkant, dus in de vorm van de Hebreeuwse letter ‘tau’. Het herinnert aan het kruis, als teken van verlossing. Franciscus gebruikte dit teken ook als zegening.
In het leren koord zijn drie knopen gemaakt. Ze herinneren aan de drie geloften die iedere zuster bij haar intrede aflegde: van soberheid, zuiverheid en gehoorzaamheid.